Afwijkende vergunde werken

Soms wijzigt de ingreep in de bodem van de vergunde bouw- of verkavelingswerken ten opzichte van de aanvraag door bepaalde vergunningsvoorwaarden opgelegd door andere adviesverlenende instanties. Bijgevolg verschillen de werken met de werken opgesomd in de archeologienota.

De archeologienota geldt dan niet als toelating voor de maatregelen over de omgang met het aanwezige archeologisch erfgoed. De impact van de werken is immers anders dan voorzien en de voorgestelde maatregelen zijn mogelijk niet meer geschikt.

Welke controle voer je uit bij afwijkende werken?

Na het behandelen van de aanvraag en het bepalen van de vergunningsvoorwaarden (bijvoorbeeld op basis van externe adviezen), ga je dus na of de ingreep in de bodem door voorwaarden wijzigt ten opzichte van de aanvraag. Zo ja, spreken we van afwijkende werken.

Als dat het geval is, neem je als vergunningsvoorwaarde op dat de bouwheer een nota moet opmaken. De bouwheer moet dan een erkende archeoloog aanstellen die deze nota opmaakt. Daarin worden aangepaste maatregelen voorgesteld. Het vooronderzoek zelf moet niet opnieuw uitgevoerd worden. De archeoloog meldt de nota bij het agentschap of de erkende onroerenderfgoedgemeente. De procedure is dan dezelfde als bij een uitgesteld vooronderzoek. Ook hier doet de nota geen uitspraak over de vergunde werken zelf, maar enkel over gepaste flankerende maatregelen. Als het agentschap of de erkende onroerenderfgoedgemeente akte heeft genomen van de nota, moeten de maatregelen geformuleerd in die nota, uitgevoerd worden.