Archeologische beschermingsthema's
Op deze pagina vind je een beschrijving van de 3 mogelijke archeologische beschermingsthema's voor de regeerperiode 2024-2029:
Verspreid over delen van de provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant, in een streek die grotendeels samenvalt met de Kempen, bevinden zich honderden boerenschansen. De lokale plattelandsbevolking richtte deze kleine aarden verdedigingswerken op om mensen en vee in veiligheid te kunnen brengen. Ze zijn vrijwel zonder uitzondering te dateren in de Tachtigjarige Oorlog, een lange periode van strijd die synoniem stond voor roof, plundering, opeising, afpersing, moord en geweld. Boerenschansen zijn zo unieke getuigen van het leven van de gewone man in donkere tijden.
Over de geschiedenis en interne structuur van deze vlucht- of boerenschansen is nog maar weinig bekend en in de literatuur ontbreken ze nagenoeg systematisch. Op sommige locaties kan je boerenschansen nog met het blote oog waarnemen in het landschap. In enkele gevallen kunnen we zelfs spreken over monumentaal erfgoed. Maar op de meeste plaatsen zijn er hoofdzakelijk ondergronds sporen bewaard gebleven en maken de overblijfselen integraal deel uit van ons archeologisch bodemarchief.
Om tot een coherente aanpak te komen voor het beschermen van boerenschansen is een grondige inventarisatie een eerste vereiste. Alleen zo kunnen we voor Vlaanderen een degelijk beschermingsbeleid rond schansen uitbouwen en ook de gepaste maatregelen nemen voor beheer en ontsluiting. Een goede inventaris betekent een betere kennis en zal bijdragen tot een betere ontsluiting van de nog bestaande boerenschansen. Door het ontbreken van die ontsluiting missen we nu een belangrijk stuk geschiedenis en historische diepgang van het Kempische landschap.
Op basis van een wetenschappelijke inventaris en een evaluatie van de (bovengrondse en ondergrondse) bewaringstoestand willen we komen tot een verantwoorde selectie van boerenschansen die nog voor bescherming in aanmerking komen.
Bij de lokale besturen is zeker kennis aanwezig over dit fenomeen. Zij zijn dan ook belangrijke partners bij dit onderzoek.
Een motte is een opgeworpen aarden heuvel die een relict vormt van één van de oudste kasteelvormen in Vlaanderen: het mottekasteel. Dit type versterking komt op vanaf de 11de eeuw. En hangt samen met het ontstaan en de verspreiding van de feodaliteit en de behoefte om status te etaleren en macht ten toon te spreiden. Middeleeuwse mottes komen ruim verspreid over Vlaanderen voor, van West-Vlaanderen tot Limburg. Deze aarden relicten, waarvan vroeger de oorsprong niet gekend was, spraken lokaal vaak tot de verbeelding en zorgden voor het ontstaan van plaatselijke sagen en legenden. Mottes brengen zo een sterk immaterieel erfgoedverhaal. Omdat ze daarnaast nog zichtbare getuigen van ons middeleeuwse verleden zijn, bieden ze ook nu nog interessante perspectieven voor erfgoedbeleving.
In 2020 werd het syntheseonderzoek ‘Is het gras groener aan de andere kant van de heuvel?’ over middeleeuwse mottes, gefinancierd door de Vlaamse Overheid, opgestart. In 2023 worden de resultaten van dit onderzoek opgeleverd. Met dit themavoorstel rond de bescherming van mottes kunnen we verder bouwen op de resultaten van dat onderzoek. In het kader ervan werd een inventaris gemaakt, die we verder willen screenen en verfijnen, om zo te komen tot een selectie van beschermenswaardige mottes. Daarnaast ondervinden we dat mottes die momenteel al beschermd zijn, vaak niet onder het meest gepaste statuut vallen, wat het beheer bemoeilijkt. Ook hieraan willen we met dit thema tegemoet komen.
Lokale besturen kunnen op verschillende manieren bijdragen tot het uitvoeren van dit thema, bijvoorbeeld door:
- Publiekswerking en draagvlakverbreding
- Inbrengen van lokale kennis bij inventarisatie
Een vicus is een Romeinse nederzetting met een centrumfunctie op religieus, economisch en/of administratief vlak. Door hun centrumfunctie en belangrijke rol als producent van ambachtelijke producten speelden de vici een essentiële rol in de vorming en de verspreiding van de Gallo-Romeinse cultuur in onze streken. Ook na de Romeinse periode bleven vici belangrijk. Tijdens de vroege middeleeuwen bleef de centrumfunctie vaak behouden door de nieuwe machthebbers. Sommige vici evolueerden later tot een dorp, andere groeiden in de volle en late middeleeuwen uit tot steden.
Op dit moment zijn al een 25-tal vici in Vlaanderen geïdentificeerd. Slechts twee hiervan zijn beschermd. Goed bewaarde voorbeelden zoals de beschermde vici van Kester en Dilsen zijn zeldzaam en hebben dan ook een uiterst belangrijke archeologische en wetenschappelijke waarde. Romeinse vici zijn bedreigd: ze worden meer en meer ingenomen door snelgroeiende kleinstedelijke centra. Ook landschappelijke processen zoals erosie en een negatieve impact van bodembewerkingsactiviteiten versnellen het voorgoed verdwijnen van de vici in onze gebieden. Het belang van het archeologisch onderzoeken en waar nodig beschermen van de Romeinse vici in Vlaanderen is dan ook moeilijk te overschatten.
Romeinse vici komen overal in Vlaanderen voor. Het is een thema dat relevant is voor veel lokale besturen De Romeinse periode spreekt tot de verbeelding en heeft een grote aantrekkingskracht bij de lokale bevolking. Het thema vici kan dus op een zeker draagvlak rekenen. Er zijn zowel op lokaal als op regionaal niveau erfgoedgemeenschappen die werken rond dit thema en die betrokken kunnen worden. Het versterken van het draagvlak voor de vici is een belangrijk aandachtspunt. De inbreng en samenwerking met lokale partners is hierbij cruciaal.