Archeologische fietstocht Mechelen: Rivierenland archeologieland

Met deze fietstocht rond en door Mechelen volg je de rivieroevers van Dijle, Nete, Zenne en Rupel, en maak je kennis met verschillende archeologische sites en vondsten, van de verre prehistorie tot WO II. Rivieren hebben in het verleden, net zoals nu, altijd een sterke aantrekkingskracht uitgeoefend op de mens, en zijn dan ook bepalend voor de ‘ruimtelijke ordening’ van het verleden en nu. Ook hoe we het landschap nu gebruiken wordt sterk bepaald door wat er in het verleden gebeurd is. Op deze fietstocht krijg je een glimp van verschillende periodes in het verleden, van de neanderthalers in het Bos van Aa, tot de sporen die WO II heeft nagelaten.

De route is gebaseerd op het netwerk van fietsknooppunten in Vlaanderen. Per stop lees je hieronder een beschrijving van wat je kan ontdekken. Omdat niet alle archeologische bezienswaardigheden langs knooppunten liggen, zal je af en toe moeten afwijken van die knooppuntenroute. Download de folder met de route en een overzichtskaartje en ga op ontdekking. 

In samenwerking met stad Mechelen, Heemkring De Semse en Vlaanderen Fietsland.

Sint-Lambertuskerk Muizen

Onze duik in de hele verre en minder verre geschiedenis van Mechelen en omgeving start bij de vroegere Sint-Lambertuskerk van Muizen. Dat is niet alleen praktisch, want je kan parkeren op het ruime dorpsplein daar, maar het is meteen ook een bijzondere locatie met een rijke geschiedenis. Zoals de meeste andere dorpen in de buurt (Hever, Rijmenam, Weerde, Heffen etc.) is Muizen ontstaan op de hogere gronden op de rand van de riviervallei. De toren van de voormalige Sint-Lambertuskerk van Muizen, met zijn ligging nagenoeg op de helling naar de vallei, illustreert dit heel mooi. Op 22 november 1944 sloeg het noodlot toe voor de kerk: een Duitse V1 bom liet alleen de toren relatief ongeschonden, de rest van de kerk werd volledig in puin gelegd. Archeologisch onderzoek volgde in 1949, en toonde aan dat de oorsprong van de kerk al in de vroege middeleeuwen moet gezocht worden. Een plattegrond van deze vroegmiddeleeuwse centraalbouw kan je vinden op een infobord bij de toren. Er werden ook sporen teruggevonden van een nog oudere, houten voorloper van de kerk. In 2018 werd een deel van de vroegmiddeleeuwse fundamenten terug blootgelegd om de toestand ervan te evalueren.

Afbeelding: Een deel van de vroegmiddeleeuwse kerk werd terug blootgelegd in 2018. Copyright Onroerend erfgoed

Dichtbij knooppunt 64 bevindt zich het natuurgebied Mechels Broek. Enkele honderden meters verderop kan je hier in de graslanden zonder veel moeite opvallende ronde kleine poeltjes zien. Nu een favoriet jachtterrein voor de ooievaars van Planckendael, maar ook erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog. Dit zijn namelijk kraters afkomstig van geallieerde bombardementen gericht op het toenmalig Duits wapenarsenaal bij het station van Mechelen. In het Mechels Broek zijn nog een veertigtal van deze kraters bewaard.

De vallei van de Dijle kent een rijke geschiedenis., Je fietst als het ware 15.000 jaar terug in de tijd. We bevinden ons dan op het einde van de laatste ijstijd, wanneer de temperaturen geleidelijk stegen maar het landschap nog maar weinig begroeid was. In deze omstandigheden ontstonden grote rivieren die nagenoeg vrij spel hadden om in grote lusvormige meanders de valleien uit te schuren. Digitale hoogtemodellen tonen de littekens van deze meanders nog heel mooi op verschillende plaatsen in de Dijlevallei tussen Mechelen en Leuven. Voorbeelden van dergelijke indrukwekkende rivieren, waar de huidige Dijle de sterk afgeslankte nakomeling van is, vind je nu vooral nog in de arctische toendra- en steppegebieden. Deze breed uitgeschuurde vallei, met lager gelegen en dus nattere gronden, bepalen nu nog sterk de ligging van vele natuur- en parkgebieden in de regio, zoals het Mechels Broek, Planckendael, het Vrijbroekpark.

Afbeelding: De opgravingen van 1949 legde verschillende bouwfasen bloot.

De ijzertijdkano van Nekkerspoel en het kasteel ‘De Borght’

Het kasteel ‘De Borght’ wordt voor het eerst vermeld in de 14de eeuw, dus de late middeleeuwen, maar gaat mogelijk nog terug op een ouder versterkt kasteel uit de volle middeleeuwen, mogelijk het feodale slot van de adellijke familie Berthout, die van de 11de tot de 13de eeuw een belangrijke rol speelden in Mechelen en de regio . Dat dit kasteel in oorsprong zeer oud is, is ook af te leiden van de verhoogde aarden heuvel (motte) waarop het gelegen is. Van het laatmiddeleeuwse kasteel zijn verschillende afbeeldingen bewaard gebleven uit de 15de en 16de eeuw. Dit kasteel werd gesloopt in 1758. Het huidige kasteel dateert van 1860.

In deze omgeving werd  het oudste gekende vaartuig van België gevonden: de kano van Nekkerspoel. Deze kano, gemaakt uit één enkele boomstam, was ongeveer 8,4m lang en 1m breed. Hij kwam in 1904 aan het licht bij werken aan de kanalisering van de Spuibeek achter het kasteel. De kano werd gevonden bij resten van een nederzetting uit de late ijzertijd. Brandsporen op deze site zouden volgens de toenmalige onderzoekers wijzen op een gewelddadige vernietiging van de site in de Romeinse periode. Er werden hier inderdaad ook Romeinse bouwmaterialen en scherven gevonden. De kano doorstaat nog steeds de tand des tijds, maar wordt momenteel in depot bewaard, en is dus jammer genoeg momenteel niet ‘live’ te bewonderen.

Afbeelding: De ijzertijd boomstamkano van Nekkerspoel. Copyright Onroerend erfgoed

De monding van de Vrouwvliet

Vanaf knooppunt 97 rij je enkele tientallen meter verder over het jaagpad tot je bij de monding van de ‘Vrouwvliet’ in de Dijle komt. Bij deze samenvloeiing deed amateurarcheoloog en in het algemeen bijzonder bezige bij Georges Hasse in 1930 enkele bijzondere vondsten. Bij werken hier in september van dat jaar vond hij een groot aantal archeologische objecten, van de prehistorie (midden steentijd of ‘mesolithicum’), de ijzertijd, Romeinse periode tot de vroege middeleeuwen. Hasse zag daarbij ook in het water verschillende palenrijen in de oever, die hij interpreteerde als de resten van een vroegere aanlegplaats of haventje. Bijzonder zijn de verschillende zwaarden uit de ijzertijd. Heeft de eigenaar van de Nekkerspoel kano destijds hier even een buiteling in het water gemaakt? Of was dit een plek die duizenden jaren lang een bijzondere betekenis had, en waren de vele metalen voorwerpen eerder offers aan de riviergoden?

Afbeelding: Enkele van de ijzertijd zwaarden en prehistorische voorwerpen gevonden bij de monding van de Vrouwvliet, en een uittreksel uit de notities van Georges Hasse. Copyright Onroerend erfgoed

Prehistorische site Zennegat

Slechts enkele honderden meter verder kom je aan je linkerkant bij een gloednieuw stukje topnatuur: het overstromingsgebied van de ‘Dijlemonding’ of het ‘Zennegat’. Bij de sluis van het gebied even verderop vind je enkele infoborden, waaronder eentje dat meer uitlegt geeft over de archeologische site hier: bij de voorbereiding van de werken voor het overstromingsgebied werd in 2010 immers een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Daardoor weten we dat ongeveer ter hoogte van de sluis een grote geul, de voorloper van de Dijle en/of Zenne, het gebied doorkruiste, en dat de beide oevers van deze rivier op verschillende periodes van de prehistorie bewoond werd: jagers- verzamelaars verbleven hier ongeveer 7500 jaar geleden, en rond 2000 vóór Christus stonden hier wellicht één of meerdere boerderijen. Er werden runderen, varkens en geiten gehouden, en op de akkers werden granen geteeld. Maar de bewoners van deze kleine nederzetting deden ook intensief aan jacht en visvangst. Het landschap zag er wellicht ongeveer uit zoals het overstromingsgebied nu: een vrij nat gebied met enkele drogere delen, waarop bewoning mogelijk was.

Op het schiereilandje waar deze rivieren samenkomen stond trouwens ooit een kasteel, genaamd het fort ‘het Tongsken’, dat wellicht werd opgericht als een versterking in de Spaanse periode (16de eeuw). Het kasteel evolueerde in latere perioden tot een boerderij, maar werd in 1926 volledig gesloopt.

Afbeelding: Het landschap met zijn bewoning hoe het gebied er in de vroege bronstijd (ca. 4000 jaar geleden) er zou kunnen uitgezien hebben. Reconstructiebeeld Ulco Glimmerveen, Copyright Onroerend Erfgoed

De middeleeuwse Burcht van Rumst

Op deze markt kwam in 2019 bij de bouw van enkele appartementen een bijzondere en onverwachte vondst aan het licht: de resten van een toren van een middeleeuws kasteel, ondertussen gekend als ‘de burcht van Rumst’. Het onderzoek toonde aan dat dat deze burcht dateerde uit de late middeleeuwen, wellicht in gebruik was van de 13de tot 15de eeuw, en daarna tot ruïne verviel. Historisch onderzoek leerde ondertussen dat deze ruïne verder werd afgebroken in de loop van de 18de eeuw. Maar de ondergrondse resten van dit kasteel zijn hier dus nog heel goed bewaard. Momenteel wordt dan ook onderzocht op welke manier deze site dan ook kan beschermd worden naar de toekomst.

Afbeelding: Zicht op resten van de laatmiddeleeuwse toren van de ‘burcht van Rumst’ tijdens het onderzoek in 2019. Copyright Onroerend Erfgoed

De Romeinse ‘vicus’ van Rumst

De huidige Sint-Pieterskerk van Rumst dateert van de 19de eeuw, maar dat is niet de reden van onze stop hier. Voor het archeologisch materiaal is het interessanter dat in de funderingen en de toren bouwmaterialen uit de Romeinse periode werden herbruikt. Bij de bouw werden ook een Romeinse munt (keizer Hadrianus) en een Romeins beeldje gevonden. Eén en ander heeft te maken met de aanwezigheid van een Romeinse ‘vicus’ in Rumst, waarvan de kern zich enkele honderden meters naar het westen bevond, ter hoogte van het ‘Molenveld’. Enkele beperkte opgravingen in de jaren 1980 leerden dat deze nederzetting in gebruik was van de 1ste tot de 3de eeuw na Christus, en dat de nederzetting waarschijnlijk op de einde van de 2de eeuw werd aangevuld met een militair kamp. Een bijzondere vondst die wellicht ook wijst op de militaire connectie is een hand van een beeld dat de god Sabasius voorstelde. Wellicht is deze cultus via Romeinse militairen doorheen het Romeinse rijk verspreid. Deze ‘god te paard’, die in de Romeinse mythologie de chtonische slang versloeg, transformeerde zich in de Christelijke wereld zonder veel moeite tot Sint-Joris (‘en de draak’). Daarnaast werden ook enkele vondsten van Romeins paardentuig gevonden, die wellicht in verband kunnen gebracht worden met de aanwezigheid van een Romeinse cavalerie eenheid.

Afbeelding links: Ring met intaglio inlegwerk. Copyright Onroerend Erfgoed
Afbeelding rechts: Romeinse waterput. Copyright: Walter Sevenants

Het verdwenen klooster van Leliëndaal

Ter hoogte van het gehucht ‘Stuivenberg’ (op vroegere kaarten wordt dit gehucht ook wel ‘Aughem’ genoemd, een toponiem dat wijst op een vroegmiddeleeuwse oorsprong) maar op de andere oever, stond bij de rivier vroeger het ‘klooster van Leliëndaal’. Op de plaats waar nu enkel een weiland te zien is werd in 1231 een klooster voor de Norbertinessen gesticht, dat in 1580 werd platgebrand, waarna een nieuw klooster werd opgericht in Mechelen. Deze site werd in de jaren 1970 summier onderzocht via opgravingen, waarbij resten van de funderingen van dienstgebouwen, een latrine en een afvalput werden teruggevonden. Dit klooster had verschillende pachthoven in de buurt, en was dan ook bepalend voor de ontginning van het landschap, bijvoorbeeld de hogere gronden van het ‘Hombeeks plateau’ ten westen.

Afbeelding: Zicht op de ruïnes van de toren van het tolhuis bij Heffen uit 1790 regionale. Copyright: Beeldbank Mechelen.

IJzertijd en Romeinse bewoning aan de ‘Zemstseweg’

Bij de bouw van de nieuwe woonwijk ten westen werd in 2017 een archeologisch onderzoek uitgevoerd, waarbij resten van bewoning uit zowel de (midden) ijzertijd als de (vroeg) Romeinse periode werden aangetroffen. Wat betreft de ijzertijd waren het vooral enkele sporen en plattegronden van bijgebouwtjes van een boerderijsite, uit de Romeinse periode werden enkele huisplattegronden opgegraven. De gegevens wijzen ook voor deze periode op een boerderijsite, waar onder andere granen werden verbouwd. Op YouYube is een filmpje met een reconstructie van deze bewoning te vinden. Van op het Hombeeks plateau zijn trouwens nog verschillende andere bewoningssites uit de Romeinse periode gekend. Wellicht liep hier ook een Romeinse weg, die de vicus van Rumst, die we eerder bezochten, verbond met de Romeinse vicus Elewijt, die je later nog zal tegenkomen.

Afbeelding: Overzicht van het opgravingsvlak. Copyright Onroerend Erfgoed

Kasteel van Releghem

Ongetwijfeld merk je onderweg het kasteel van Releghem op, dat in zijn huidige vorm dateert uit de tweede helft van de 18de eeuw. Het oorspronkelijke kasteel dateert echter al van de 14de eeuw. In de beginperiode was het kasteel in het bezit van de familie Berthout, die we eerder al tegenkwamen bij de site van ‘De Borght’ bij Nekkerspoel.

Afbeelding: Het kasteel van Releghem op een gravure uit 1694. Bron: Regionale Beeldbank Mechelen

Museum De Semse: over neanderthalers en Romeinen

Een beetje voor knoopunt 16 vind je recht vóór je het museum De Semse, dat je kan bezoeken op afspraak. In het museum, dat door de gelijknamige Heemkundige Kring wordt beheerd, vind je archeologische vondsten uit verschillende periodes, onder andere enkele vitrines met vondsten uit de Romeinse periode uit de vicus van Elewijt, enkele kilometer verder naar het zuiden gelegen. Bijzonder interessant is de collectie vondsten in het museum uit de zandwinningsput van het ‘Bos Van Aa’, enkele kilometer ten westen. Deze diepe put van het Bos van Aa sneed doorheen de afzettingen van de ‘Vlaamse vallei’, een groot opgevuld rivierdal uit de ijstijden. De vondsten werden verzameld door archeologen maar ook door amateurzoekers, bij de aanleg van de put in de jaren 1980. Deze vondsten omvatten stenen werktuigen uit het ‘midden paleolithicum’, met andere woorden van neanderthaler- mensen, maar ook resten van fauna (o.a. mammoet, wolharige neushoorn, …) uit deze periode, enfin, een soort Plankendael avant la lettre.

Afbeelding: Enkele resten van mammoet uit de collectie van het museum De Semse. Bron: Heemkundige kring De Semse.

Crash site Britse bommenwerper

Ter hoogte van de cafetaria in het domein van Hofstade passeer je aan je rechterkant een herdenkingsmonument. Ter hoogte van de gracht achter  dit monument crashte op 2 februari 1945 een bommenwerper van de ‘Royal Air Force’. Meer informatie over deze crash vind je op de infoborden bij het monument. Naar deze crash site werd tot nog toe geen archeologisch onderzoek verricht, maar enkele andere van dergelijke sites werden de laatste jaren wel archeologisch onderzocht.

Afbeelding: Herdenkingsmonument van de crash site. Copyright Onroerend Erfgoed

Een prehistorische begraafplaats bij ‘Kerkenbos’

De weg van Kerkenbos loopt op de hoge en droge zandrug waar we onze tocht startten, en waar dus ook het dorp van Muizen op gelegen is, aan de rand van ‘het Mechels Broek’. In het kader van een kleine verkaveling langs deze weg (ter hoogte van nummer 94) werd in 2018 ook hier een archeologische site aangetroffen: een begraafplaats uit de brons- en ijzertijd. Hier stond ooit een indrukwekkende grafheuvel omgeven door een palenkrans, die wellicht uit de midden bronstijd dateert. Dit monument bleef gedurende lange tijd een baken in het landschap, want in de ijzertijd werd er rond een nieuwe begraafplaats aangelegd, waarvan verschillende urnengraven werden teruggevonden. Ook de Romeinen waren op de site actief, weliswaar met minder respect voor de begraafplaats. Enkele van de graven waren immers verstoord door de aanleg van een Romeins wegtracé. Ook op andere plaatsen op deze zandrug, b.v. bij Hever, kwamen sporen van bewoning en begraafplaatsen uit de ‘metaaltijden’ en Romeinse periode aan het licht, net zoals op de zandrug van het ‘Hombeeks plateau’.

Afbeelding: Opgraving van een prehistorische grafurne te Kerkenbos (2018). Copyright Onroerend Erfgoed