De roots van Zurenborg geherinventariseerd

Het noordelijke deel van de bekende Antwerpse wijk Zurenborg is volledig geherinventariseerd. Het bouwkundig erfgoed in de straten van de wijk vormt de historische kern van het "Oostkwartier".

Het noordelijke deel van de bekende Antwerpse wijk Zurenborg is volledig geherinventariseerd. Het bouwkundig erfgoed in deze straten vormt de historische kern van het "Oostkwartier".

Wie denkt Zurenborg te kennen met een wandeling door de Cogels-Osylei is eraan voor de moeite. Deze pronkstraat is de kroon op het werk in het Berchemse deel van de wijk, een deel dat eerder al in de inventaris werd verwerkt. Je ziet er wat de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen op haar agenda had in het eerste decennium van de 20ste eeuw.

Voor een volledig beeld van de architecturale kwaliteiten van de wijk, moet je de grenzen van het beschermde stadsgezicht verlaten. Als je onder de spoorwegbrug op de Draakplaats doorloopt, kom je in de noordelijke helft van Zurenborg, volledig gelegen op het grondgebied van Antwerpen. Hier liggen de kiemen van het Oostkwartier. Hier staat de vertaling van de idealen die de bouwmaatschappij had bij haar oprichting in 1881.

 

Bakens

De kern van de wijk is opgebouwd uit rechte straten, die als stralen rond een viertal pleinen liggen. Op die pleinen en in een aantal prioritaire straten worden de bakens van deze microsamenleving uitgezet. Openbare orde, administratie, onderwijs en geloof krijgen er hun plaats tussen de huizenrijen. In de Arendstraat bouwt de maatschappij in eigen beheer het postkantoor en een eerste eigen kantoor, op de hoek van de Walvis- en de Nottebohmstraat komt het politiebureel.

Drie scholen vertegenwoordigen de twee zuilen. De twee katholieke scholen worden begin jaren 1880 gebouwd op initiatief van de Naamlooze Maatschappij voor het bouwen van Burgershuizen. De stad voegt er twintig jaar later een school voor stedelijk onderwijs aan toe.

De katholieke achtergrond van de oprichters en aandeelhouders van de maatschappij uit zich ook in de oprichting van een kapel en kerk op het centrale plein, de Dageraadplaats. Een eerste kapel rijst er in 1883 uit de grond. In 1901-1902 maakt ze plaats voor de neogotische Sint-Norbertusparochiekerk. Albert Arnou mocht de eerste kerk ontwerpen, voor de definitieve kerk werd Ernest Dieltiëns gekozen.

Massaproductie en kwaliteit

Die twee architecten samen tekenden het leeuwendeel van de gevels in het Antwerpse deel van de wijk. Hun architecturale handschrift bepaalt er nog steeds de "look and feel". In opdracht van de Naamlooze Maatschappij tekenden ze honderden woningen, meestal in reeksbouw. De maatschappij koos voor massaproductie en bouwde zichzelf rijk dankzij deze goed geoliede huuropbrengstmachine. Dat klinkt neerbuigend, wat de bebouwing van Zurenborg niet verdient. De rijen burgerhuizen in de oudste helft van de wijk zijn niet spectaculair, maar bescheiden van formaat, en zeer homogeen van uitzicht. De banaliteit wordt echter steeds vermeden: de symmetrische composities zijn nooit saai, de gevels overtreffen vaak de standaardproductie en vallen op door de verfijnde versieringen. De unieke, perfect uitgebalanceerde combinatie van neoclassicistische lijstgevels met accentwoningen in neo-Vlaamserenaissance-stijl of eclecticisme is nergens in de stad zo raak uitgevoerd als hier.

Omdat het concept twintig jaar werd volgehouden, zorgde het voor een grote homogeniteit en voor een hele sterke ensemblewaarde in de wijk. Een grappig leidmotief is de verwijzing naar de straatnaam die her en der verstopt zit in de ornamentiek. Je vindt er dolfijnen, grote en kleine honden, een schorpioen, een draak en tweelingen, allemaal afgeleid van de sterrenbeelden waarnaar de straten zijn vernoemd.

Veel architecten volgden de uitgezette bakens: Bilmeyer en Van Riel, E. Horckmans, Ernest Pelgrims, Emile Wauters en Henri Thielens tekenden allemaal verder aan de grote compositie die de Naamlooze Maatschappij voor het bouwen van Burgershuizen voor ogen had in de jaren 1880 en 1890.

Jos Bascourt en Ernest Stordiau deden het anders. Met hun opvallende gevels, afwijkend van de rest en flink vooruit op hun tijd, bouwden ze de blikvangers van oud-Zurenborg. Het Café du Dôme, hun realisaties in de Stierstraat, de Grote- en Kleinehondstraat en de Tweelingenstraat werden omwille van hun aparte architecturale karakter beschermd als monument.

Excentrieke smaakverschuiving

Na 1900 verschuift de architecturale smaak mee met het doelpubliek. De hogere burgerij heeft budgetten voor grotere woningen, duurdere afwerking, meer fantasie en dus meer maatwerk. Uitzinnige eclectische ontwerpen wisselen af met cottagestijl en art nouveau. Deze kunst in de straat maakte het Berchemse deel van Zurenborg dat toen werd verkaveld wereldberoemd.

De excentriciteit nam de Naamlooze Maatschappij voor het bouwen van Burgershuizen ook mee naar het Antwerpse deel van de wijk. Tussen de modeste huizenrijen vinden we een aantal uitschieters. Het kantoorgebouw dat de bouwmaatschappij in 1901-1902 bouwde is het ultieme voorbeeld. Geflankeerd door prachtige art-nouveaugevels en met de Zurenborgkapel als herbestemmingsproject avant-la-lettre bouwde de maatschappij hier een opvallend en zeer origineel visitekaartje.

Met Jacques De Weerdt op kop, kozen de privé-investeerders die toen actief waren op de nog niet volgebouwde percelen ook resoluut voor meer bling bling in hun ontwerpen. De synagoge van Jules Hofman en het appartementsgebouw van Frans Van Rompaey kunnen we in dat opzicht niet onvermeld laten.

Knooppunt

Zurenborg heeft zijn ontstaan te danken aan de ingebruikname van het goederenstation op de grens van Borgerhout, Berchem en Antwerpen in 1879. Dit ooststation maakte de omliggende gronden zeer interessant. Het landelijke "oostkwartier" werd ineens bereikbaar.

Die bereikbaarheid vertaalt zich in een knooppunt van kwalitatief bouwkundig erfgoed op de Draakplaats. De spoorwegbrug, de watertorens, de tramloods en de werkplaats van de Compagnie Générale des Tramways d'Anvers zijn stuk voor stuk knappe staaltjes van fantasierijk ontwerp. Ze markeren de grens tussen het Antwerpse en het Berchemse deel van Zurenborg. Op deze plaats houdt de gids stil om de overgang van de eind-19de-eeuwse naar de 20ste-eeuwse architectuuridealen te schetsen.