De schoorsteen van Agfa-Gevaert in Mortsel voorlopig beschermd

De schoorsteen van Agfa –Gevaert in Mortsel is voor velen geen onbekende. Door zijn afmetingen (68 meter hoog) is hij van ver zichtbaar en vormt hij een baken voor de omgeving. Op 23 oktober 2015 ondertekende minister-president Geert Bourgeois de voorlopige bescherming van deze fabrieksschoorsteen.

Het bedrijf werd in 1894 opgericht in Antwerpen door Lieven Gevaert en produceerde aanvankelijk vooral fotografisch materiaal. In 1904 verhuisde de fabriek van Antwerpen naar Mortsel. Het assortiment werd uitgebreid naar fotografische platen voor medische, astronomische en wetenschappelijke toepassingen. Gevaert werd al snel een bedrijf met internationale uitstraling. In 1964 fusioneerden Agfa en Gevaert tot Agfa-Gevaert, waardoor een van de grootste fotografiebedrijven ter wereld ontstond. De ontwikkeling van de firma droeg in hoge mate bij tot de industrialisatie van Mortsel.

De schoorsteen maakt deel uit van het gebouwencomplex van de site Gevaert 1 tussen de Septe-, Hendrik Kuypers-, Antwerpse- en Lieven Gevaertstraat. De bedrijfsgebouwen stammen uit meerdere perioden van de twintigste eeuw. Verschillende gebouwen zijn opgetrokken naar ontwerp van de architecten Jos en Armand De Backer (vader en zoon). De grote schoorsteen in Mortsel werd in 1928 opgetrokken door het Brusselse bedrijf Cheminées Peters, gespecialiseerd in de bouw van fabrieksschoorstenen. De schouw werd naast het ketelhuis Stoom en Drijfkracht gebouwd. Volgens een feestschrift bij het 35-jarige bestaan van Gevaert stonden het ketelhuis en de schoorsteen symbool voor de grootsheid van de firma. Het bouwwerk sierde de cover van het vademecum “Ik werk bij Gevaert” dat in de jaren 1950 aan nieuwe werknemers werd gegeven.

De schoorsteen is een getuige van de zoektocht van Gevaert om op een rationele manier met energie om te gaan. In het ketelgebouw werd stoom opgewekt door de verbranding van steenkool en vanaf ongeveer 1960 van zware stookolie. De stoom werd gebruikt voor de verwarming van lokalen, het op het temperatuur brengen van vloeistoffen en gassen, het distilleren van vloeistoffen en het drogen van film, papier en emulsies. De warmte werd ook omgezet in mechanische energie voor drijfkracht en voor verlichting. Het ketelhuis en de schoorsteen werden centraal op de site Gevaert 1 gebouwd zodat de stoom gemakkelijk via een lang stelsel van leidingen over de site kon worden verspreid.

Aanvankelijk was de grote schouw 72 meter hoog. In 1992 werd de kraag afgebroken, zodat de schouw nu 68,2 meter hoog is. Voor een bakstenen exemplaar is die hoogte bijzonder. Langs alle zijden van de schoorsteen was de naam van het bedrijf Gevaert met witte bakstenen zichtbaar ingemetseld. Op een hoogte van 27 tot 33 meter werd een waterreservoir aangebracht. Boven het waterreservoir werd de schoorsteen gemetseld met speciale bakstenen voor schoorstenen, met gebogen strek, zogenaamde radiaalstenen. Onder het waterreservoir gebruikte men gewoon gevormde bakstenen. Rond de schoorsteen werden ook stalen spanbanden aangebracht. Het ketelhuis is niet beschermd omdat het doorheen de jaren te veel verbouwingen onderging.

 

De Europese federatie E-Faith heeft 2015 uitgeroepen tot het jaar van het industrieel en technisch erfgoed. Het krijgt hiervoor de steun van de Raad van Europa. Op onze website briefen wij jou regelmatig over bijzondere initiatieven die met het ‘industrieel feestjaar’ verband houden.