De Code in de praktijk

De Code van Goede Praktijk vormt de standaard voor de kwaliteit van archeologisch onderzoek. Op deze pagina vind je extra duidingen bij de Code van Goede Praktijk en praktische handleidingen voor de toepassing ervan in bepaalde situaties.

Specifieke pagina's geven je meer informatie over:

Extra duiding over de toepassing van de Code

We maakten een duidingsdocument over de toepassing van hoofdstuk 5.2 van de Code van Goede Praktijk. Dit hoofdstuk biedt aan de erkende archeoloog criteria om af te wegen of hij al dan niet verder vooronderzoek moet uitvoeren. In het document geven we extra duiding bij de toepassing van die criteria.

Handleiding assessment

We publiceerden een handleiding over assessment om de algemene principes en de meerwaarde ervan voor het archeologisch onderzoek te verduidelijken. De handleiding bevat daarnaast een hele reeks praktijkvoorbeelden.

Theoretisch afwegingskader onderzoeksvragen

We maakten een theoretisch afwegingskader voor het opstellen van onderzoeksvragen volgens de Code van Goede Praktijk.

Een optimale strategie voor archeologisch vooronderzoek met proefsleuven

Archeologisch vooronderzoek met proefsleuven en -putten is de meest toegepaste archeologische prospectietechniek in Vlaanderen. In dit onderzoekrapport maakten we een wetenschappelijk onderbouwde evaluatie van deze methode.

Waterputten als archeologische informatiebron

Een waterput is een complex archeologisch spoor. Enkel een goed inzicht in de constructie- en gebruiksgeschiedenis laat toe de juiste opgravingsmethoden en -keuzen toe te passen. Deze handleiding geeft praktische tips en achtergrondinformatie die toelaten uit het onderzoek van een waterput zoveel mogelijk informatie te halen.

Niet-exhaustieve bibliografische lijst voor het maken van een basisverwerking Romeins aardewerk

Een goede basisverwerking vertrekt vanuit kennis van het materiaal en de nodige referentieliteratuur. Deze niet-exhaustieve bibliografische lijst bevat de belangrijkste publicaties waarmee je een basisverwerking van Romeins aardewerk kunt voorbereiden en onderbouwen.

Handleiding voor het aanleveren van archeologische gegevens aan DOV

Volgens de Code van Goede Praktijk moet je de aardkundige gegevens uit een archeologisch onderzoek aanleveren aan DOV (de Databank Ondergrond Vlaanderen). DOV maakte een handleiding hoe je deze gegevens het beste formuleert en aanlevert

Handleiding voor het afbakenen van gebieden waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt

Op lokaal niveau zijn er bronnen aanwezig die nuttig kunnen zijn voor het in kaart brengen van de zones waar geen archeologisch erfgoed te verwachten is. Steden en gemeenten kunnen zelf een voorstel doen tot kartering, uitgewerkt door een archeoloog. Als ondersteuning ontwikkelden we een handleiding.

Handleidingen voor het exporteren van ingetekende afbakeningen in het archeologieportaal

Voor een correcte intekening kan je een afbakening eerst intekenen in een GIS-applicatie zoals Arcgis en Qgis en deze daarna exporteren in het archeologieportaal:

Handleiding over het gebruik van laseraltimetrische gegevens en het Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen

Het Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen is een zeer gedetailleerde topografische opname van heel Vlaanderen, op basis van metingen met laserpulsen gestuurd en terug opgevangen vanuit een vliegtuig. De hoogtekaart biedt een enorme schat aan nieuwe archeologische informatie voor heel wat locaties, maar het is geen klare hap. De informatie uit de bestanden kan er namelijk alleen met enige technische kennis van zaken uitgehaald worden. Daarom schreef het agentschap in samenwerking met de Beeldverwerkingsketen van Informatie Vlaanderen een handleiding voor toegang en gebruik van dit instrument.

Handleiding dendrochronologie en erfgoedonderzoek

Dendrochronologie is de studie van groeiringen in houtige planten en de meest precieze natuurwetenschappelijke dateringstechniek. In de erfgoedwereld maakt het archeologische, historische en bouwhistorische onderzoek graag gebruik van de resultaten van een dendrochronologisch onderzoek. De handleiding behandelt kort de basisprincipes van de dendrochronologie.

Handleiding dateren met radiokoolstof

Een handleiding over radiokoolstofdatering en een toegankelijke introductie tot OxCal om de bekomen dateringen verder te interpreteren.

Niet-exhaustieve lijst van referenties ter ondersteuning van impactanalyses

Een essentieel onderdeel van (archeologie)nota’s is de inschatting van de impact van de geplande werken op het archeologisch erfgoed. We merken dat er nood is aan data en afwegingskaders om de impactanalyse en de daaruit voortvloeiende maatregelen te onderbouwen. Daarom stellen we via Zotero een databank met relevante literatuur ter beschikking, te bevragen via zoektermen.

De databank bevat nationale en internationale publicaties en niet-gepubliceerde documenten, én een reeks ‘impactfiches’. De impactfiches beschrijven praktijkvoorbeelden uit archeologische basisrapporten die de impact van een bepaalde bodemingreep duidelijk illustreren. De verzamelde literatuur en cases handelen over de thema’s ‘bouw’ (incl. sportvelden), ‘landbouw’ (incl. tuinbouw), ‘bosbouw’ en ‘natuurontwikkeling’. Ze bevatten zeer uiteenlopende types van ingrepen, zoals tennisvelden, aspergeteelt, berlinerwanden, ontbossing, diepploegen, plagwerken… Aanvullend vind je via de zoekterm ‘monitoring’ referenties met informatie over monitoring en degradatie van bodemsporen.

Zotero is een tool voor het aanmaken en beheren van bibliografische databanken. Er is een online en offline versie, beide gratis te downloaden via https://www.zotero.org/. Voor het raadplegen van de databank met impact-gerelateerde literatuur kan men per e-mail toegang vragen aan Sofie Debruyne.

Veldhandleiding voor het beschrijven van bodems

De veldhandleiding behandelt de belangrijkste bodemkenmerken die mogelijk aan bod komen bij een aardkundig onderzoek op archeologische sites of bij archeologisch onderzoek in Vlaanderen. Het vertrekpunt voor deze veldhandleiding zijn de FAO Guidelines for Soil Description (FAO 2006), een methodiek uitgewerkt door de Wereldvoedselorganisatie met als doel bodems te bestuderen in functie van landbouwproductie. In deze handleiding werd deze methodiek afgestemd op de noden van archeologisch terreinonderzoek in Vlaanderen.