Erkenning voor twee nieuwe lokale onroerenderfgoeddiensten en drie erfgoedgemeenten

Matthias Diependaele, Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, erkende twee nieuwe intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten of IOED’s en drie nieuwe onroerenderfgoedgemeenten. Het gaat om Gent, Brugge en Bilzen en de IOED’s Hydra en Erfgoed Brabantse Kouters, gelegen in West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant. Vlaanderen telt nu al 25 onroerenderfgoedgemeenten en 32 IOED’s. 223 van de in totaal 300 Vlaamse gemeenten laten zich intussen bijstaan door een IOED. De zin bij de gemeenten om samen te werken is duidelijk groot. Dat is geweldig nieuws voor het onroerenderfgoedbeleid in Vlaanderen.
Gent, Brugge en Bilzen
Gent, Brugge en Bilzen vervoegen de 22 andere onroerenderfgoedgemeenten in Vlaanderen. Het is geen geheim dat de kunststeden Gent en Brugge barsten van het onroerend erfgoed dat herinnert aan een rijk verleden. Er zijn hier dan ook erg bezielde erfgoeddiensten. Toch kriebelde het om de bestaande werking rond onroerend erfgoed naar een hoger niveau te tillen. Met de regelgevingswijziging liet een erkenning als onroerenderfgoedgemeente daarom niet langer op zich wachten. De steden zien de erkenning vooral als een kans om in te zetten op een intensere samenwerking tussen de stadsdiensten, een transparante adviesverlening, meer participatie, draagvlakverbreding, het verankeren van expertises en de vernieuwing van de commissies.
Ook Bilzen zette de stap naar een erkenning. Het lokaal bestuur raakte geïnspireerd door haar buurgemeenten Voeren en Riemst die al een aantal jaren erkend zijn. Naast eigen expertise, kan de gemeente rekenen op ondersteuning van de IOED Oost-Haspengouw en Voeren die al vele jaren ervaring heeft in de regio met werken rond het onroerend erfgoed. In 2025 volgt bovendien de fusie met Hoeselt, die dan eveneens mee instapt in het onroerenderfgoedgemeente-verhaal.
Onroerenderfgoedgemeente word je niet zomaar. Kandidaat-steden en -gemeenten moeten aantonen hoe ze hun beleid rond onroerend erfgoed zien. Zo ook de drie kersverse onroerenderfgoedgemeenten. Ze legden hun oor te luister bij de burgers en de ruimere erfgoedgemeenschap. Nadien stemden ze nog intern af met de andere beleidsdomeinen. Het eindresultaat: een geïntegreerde en onderbouwde beleidsvisie met aandacht voor de lokale noden en vooral veel goesting in de toekomst.
Erfgoed Brabantse Kouters en Hydra
De namen van de nieuwe IOED’s zijn Erfgoed Brabantse Kouters en Hydra. Erfgoed Brabantse Kouters ligt binnen de referentieregio Halle-Vilvoorde en kent een werkingsgebied van twaalf gemeenten (Asse, Grimbergen, Kraainem, Machelen, Meise, Merchtem, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Wemmel, Wezembeek-Oppem, Zaventem en Zemst). De IOED is met 295.254 inwoners en een oppervlakte van 309 km² meteen de tweede grootste IOED in Vlaanderen. Hydra ligt dan weer binnen de referentieregio Westhoek. Ze is met haar vier gemeenten (Alveringem, Diksmuide, Lo-Reninge en Veurne) en 37.928 inwoners momenteel de kleinste IOED, maar is ambitieus om tegen 2026 ook de omliggende gemeenten te overtuigen.
Een IOED is een samenwerkingsverband rond het regionaal onroerend erfgoed tussen minstens drie gemeenten. 74% van de gemeenten laten zich voor hun erfgoedbeleid nu ondersteunen door een IOED.
De twee nieuwe erkenningen komen er na een intens voortraject. Via participatiemomenten gingen de gemeenten samen met lokale erfgoedactoren en burgers op zoek naar een eigen invulling van het erfgoedbeleid. Deze IOED’s zijn ontstaan in de schoot van intensieve regionale samenwerkingen rond erfgoedzorg. Dat geeft hen een sterke startpositie en een stevig netwerk waarop ze kunnen steunen. Met boeiende acties rond vrijwilligerswerk en draagvlakvergroting sluiten hun ambities mooi aan bij het Vlaamse onroerenderfgoedbeleid.
Het agentschap wenst de nieuwe IOED's en onroerenderfgoedgemeenten veel succes en kijkt uit naar de verdere samenwerking.