Kasteelhoeve Forreist in Brugge wint Onroerenderfgoedprijs 2023

Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele kent de Onroerenderfgoedprijs 2023 toe aan de Kasteelhoeve Forreist in Brugge. De Robianokapel in Tervuren kaapt de publieksprijs weg op basis van een poll waaraan bijna 7.000 mensen deelnamen. Archeologe Janiek De Gryse van Ruben Willaert nv, de drijvende kracht achter de archeologische opgraving in de Sint-Baafskathedraal in Gent, ontvangt van de jury een Eervolle vermelding.
Met de Onroerenderfgoedprijs zet de minister initiatiefnemers van onroerenderfgoedprojecten in de bloemetjes. Zowel bouwkundige, landschappelijke als archeologische projecten komen in aanmerking. De 8ste editie van de prijs stond in het teken van niet-publieke erfgoedprojecten. Uit de 21 kandidaten nomineerde de jury 3 laureaten: de Kasteelhoeve Forreist in Brugge, de woning Leclercq-Vandamme in Leuven en de huiskapel van kasteeldomein de Robiano in Tervuren. Stuk voor stuk bijzondere plekken. Twee van de laureaten laten het erfgoed herleven door letterlijk te leven in het erfgoed. De derde laureaat zorgt voor bedrijvigheid in het erfgoed, als ontvangstruimte voor een Amerikaanse softwareontwikkelaar. Elke laureaat wint een bedrag van 2.500 euro. De winnaar ontvangt daarbovenop 12.500 euro, dus 15.000 euro in totaal.
Over de winnaar: de Kasteelhoeve Forreist in Brugge
In 2014 kochten Pieter en Marit de kasteelhoeve. Op dat moment was de site bijna volledig overwoekerd en verschillende volumes waren herleid tot ruïnes. Het doel van het koppel was de site, bestaande uit verschillende losse bestanddelen, opnieuw te laten stralen. Dit als cohousingproject, met maximale aandacht voor de erfgoedwaarden, integratie van nieuwe technieken voor een duurzame en ecologische toekomst en aandacht voor de sociale inbedding.
Ze pakten het project aan in verschillende fases. De oranjerie, de boerenwoning en de schuur transformeerden ze tot woonunits waarbij het erfgoed (muurschilderingen, houtwerk, dakgebinte …) centraal staat. Het bakkershuisje op de site werd in ere hersteld en ook het stalletje kreeg haar oorspronkelijke functie terug. De volledige ommuring van de tuin met de twee Egyptische pylonen werd gerestaureerd, net als de waterput en de serre.
Naast de bouwkundige heropleving van de site, gingen de opdrachtgevers ook aan de slag met de landschappelijke elementen op de site. Ze brachten onder andere de teelt van leifruit langs de tuinmuren terug. Toen archeologisch onderzoek een niveauverschil in de oorspronkelijke tuin aan het licht bracht, besloot het koppel die tuin opnieuw op deze manier aan te leggen.
Deze aanpak is typerend voor de manier waarop de eigenaars het project aanpakten: met een ambitieus masterplan voorop, maar open voor de ontdekkingen die onderweg opdoken en deze steeds dankbaar integrerend in het indrukwekkende geheel.
Het delen van de site is een rode draad in dit project. Naast de herbestemming als cohousing, vinden er pop-upevenementen, activiteiten met de lokale school in de moestuin en een biologische plukweide plaats.
De jury: “Leven in erfgoed doet het herleven. De eigenaars zijn vastberaden om hun erfgoed een duurzame toekomst te geven. Ze doen dat met veel respect voor de erfgoedwaarden. Het cohousingproject met woonruimtes en ruimtes voor gemeenschapsvorming speelt in op de maatschappelijke noden van vandaag. De eigenaars betrokken in hun avontuur niet alleen verschillende specialisten in erfgoed maar ook de lokale gemeenschap. Het sociale engagement en de wijze waarop ze hun liefde voor erfgoed willen delen met anderen werkt inspirerend.“
Publieksprijs voor de Robianokapel in Tervuren
Bijna 7000 erfgoedliefhebbers brachten via een online poll hun stem uit voor de publiekprijs. 38% van de stemmen ging naar de huiskapel van Kasteel de Robiano, waarmee zij de winnaar van de publieksprijs worden.
Het gebeurt niet elke dag dat een Amerikaanse softwareontwikkelaar als mecenas optreedt en in Vlaams erfgoed investeert. NV SAS Institute, met aan het hoofd een echte erfgoedliefhebber, deed dat. In 1994 kocht het bedrijf het kasteeldomein van Robiano in Tervuren en vestigde zijn kantoren in het eclectische kasteel. Destijds was er geen budget over om ook de neoromaanse kapel te restaureren, maar het bedrijf maakte de belofte aan zichzelf om die op termijn toch in ere te herstellen.
Deze belofte maakten ze dan ook waar. In 2009 kregen de plannen voor de restauratie van de kapel vorm. Op dat moment was de toren boven op de kapel niet meer origineel en waren de binnenmuren overschilderd met opzichtelijke gele en oranje latexverf. Er werd onderzoek gedaan naar de geschiedenis van de plek en de toevallige vondst van een postkaart toonde de oorspronkelijke grandeur van het interieur: de kapel bleek rijkelijk uitgewerkt door meesters in hun vak, zowel de beschilderde muren als de glasramen spraken tot de verbeelding.
De facility manager van NV SAS Institute nam de coördinatie van het project in handen. Zij zag gauw in dat deskundigheid uitermate belangrijk was voor deze werf en stelde een team samen van deskundigen en lokale kunsthistorici, ambachtslieden en restauratietechnici. Ze trad zelf op als verbindende factor tussen deze specialisten.
In de eerste fase kwam de buitenkant van de kapel aan bod. Het dak werd gerestaureerd. Het verdwenen houten torentje werd gereconstrueerd op basis van oude tekeningen. De gevel werd gereinigd en de bas-reliëfs geconsolideerd. Maar het belangrijkste werk situeert zich in het interieur van de kapel. De glasramen werden in detail hersteld door specialisten. De rijkelijk beschilderde muren werden met de grootste zorg geconserveerd en gerestaureerd op basis van een oude postkaart. Op het gewelf ontdekten ze achter dikke lagen oranje latexverf de oorspronkelijke 19de-eeuwse afbeelding van een blauwe sterrenhemel met gouden accenten. De aannemer slaagde erin de originele afwerking helemaal vrij te leggen, waardoor een dure reconstructie niet nodig was. Dat is een absolute meerwaarde voor het eindresultaat en de erfgoedwaarde van de kapel. De kapel is vandaag een kleurrijke, authentieke en multifunctionele ontvangstruimte.
De jury: “We vinden het lovenswaardig dat het Amerikaanse bedrijf NV SAS Institute als mecenas voor het erfgoed optreedt. Het minutieuze herstel van een huiskapel geeft immers niet de ‘return-on-investment’ die een bedrijf normaal gezien beoogt. We willen in het bijzonder de rol van de facility manager vermelden: door zelf de coördinatie in handen te nemen en een netwerk van gespecialiseerde lokale ambachtslui, kunsthistorici en restauratietechnici aan te sturen, tilde ze de restauratie naar een bijzonder hoog kwaliteitsniveau. Een voorbeeld voor vele restauratieprojecten.”
Eervolle vermelding voor Janiek De Gryse (Ruben Willaert nv)
De jury kende dit jaar de eervolle vermelding toe aan archeologe Janiek De Gryse van Ruben Willaert nv, projectleidster van de archeologische opgraving in de Sint-Baafskathedraal in Gent. Met de eervolle vermelding wil de jury een architect, restaurateur, ambachtsman of een andere uitvoerder honoreren voor zijn of haar uitzonderlijke bijdrage.
In maart 2021 opende het gloednieuwe bezoekerscentrum van de Sint-Baafskathedraal in Gent de deuren. Daar wordt via een digitaal parcours de geschiedenis van de kathedraal en het topstuk Lam Gods van de gebroeders Van Eyck verteld. De bouw van het bezoekerscentrum en de restauratie van de kranskapellen zouden waardevol erfgoed in de bodem verstoren. Daarom was een archeologisch onderzoek noodzakelijk om belangrijke informatie over deze historisch gelaagde plek te documenteren en te analyseren. Tussen 11 maart 2019 en 11 juli 2022 voerde een team van 15 archeologen van de firma Ruben Willaert nv, in opdracht van de Kathedrale kerkfabriek Sint-Baafs en Artes Woudenberg nv/Artes Depret nv, het archeologisch onderzoek uit. Janiek De Gryse coördineerde deze opgraving.
In het bestek voor de archeologische opgraving waren enkel standaardanalyses voorzien. Voor deze unieke plek met zo’n rijke geschiedenis zou dit niet volstaan om een antwoord te bieden op onderzoeksvragen die belangrijk zijn voor het verhaal van de Sint-Baafskathedraal en dat van Gent. Janiek De Gryse pleitte samen met haar team bij de opdrachtgevers om een onderzoekstraject op maat van de site te maken. Met succes, want het oorspronkelijke onderzoeksproject werd door de gelaagdheid van de site voortdurend aangepast en uitgebreid qua oppervlakte en uitgravingsdiepte. De archeologische opgraving leverde een enorme schat aan vondsten en unieke ontdekkingen op. In een wetenschappelijke stuurgroep met binnenlandse en buitenlandse experten die Janiek De Gryse zelf coördineerde, toetste ze de natuurwetenschappelijke onderzoeksresultaten af.
De jury: "Janiek De Gryse pleitte bevlogen voor een onderzoekstraject op maat en coördineerde een wetenschappelijke stuurgroep met verschillende onderzoekspartners in binnen- en buitenland om de resultaten af te toetsen. Dat zorgt voor een gedragen onderzoekstraject en een degelijke basis voor verder wetenschappelijk onderzoek en publieke ontsluiting. We juichen ook de wijze toe waarop ze het publiek informeerde over de vondsten: via werfpanelen, nieuwsbrieven, een grote persconferentie en lezingen. Het zou fijn zijn mochten de onderzoeksresultaten ontsloten worden in het bezoekerscentrum van de Sint-Baafskathedraal."
Een sterke laureaat: de woning Leclercq-Vandamme in Leuven
Toen Gerrit en Eveline in 2017 op zoek waren naar een goede gezinswoning, hadden ze een ‘coup-de-foudre’ bij de woning Leclercq-Vandamme in Leuven. Dat de woning een ontwerp is van de architect Willy Van Der Meeren, één van de laatste vertegenwoordigers van de modernisten in Vlaanderen, wisten ze op dat moment niet. Ze lazen op de immobiliënwebsite enkel ‘beschermd erfgoed’.
Hoewel dit statuut hen oorspronkelijk afschrikte, net als de bijzonder slechte staat van de woning (betonrot, lekkend dak, kapot schrijnwerk en koterij), keek het koppel hier door. Ze besloten de woning uit 1962 te kopen en in haar oorspronkelijke glorie te herstellen.
In een eerste fase maakte het koppel de woning terug bewoonbaar. Hierbij lag de focus voornamelijk op de technische aspecten. In een tweede fase zorgden de eigenaars ervoor dat ook de erfgoedwaarden terug volledig tot hun recht kwamen. De koterijen werden afgebroken.
De woning, een ‘klooster-op-pilotis’ met centrale patio waarrond de verschillende functies van het huis zijn gegroepeerd, kreeg haar transparantie terug. Daardoor gaan de ruimtes in interactie met elkaar. In een voortdurende zoektocht naar compromis en balans tussen oude technieken en hedendaags wooncomfort, kreeg ook het interieur haar kenmerkende eenvoud terug.
In een traject vol ontdekking en verwondering voor de modernistische architectuur, werden de eigenaars bijgestaan door de oorspronkelijke bouwheer, René Leclercq, en Mil De Kooning, em. Prof. Architectuur aan de Universiteit Gent. Ze gingen actief op zoek naar informatie, vormen tot op vandaag een informeel netwerk met andere eigenaars van huizen van Willy Van Der Meeren en nemen deel aan initiatieven rond de architect zijn leven en werk.
Lees meer over de woning Leclercq-Vandamme in ons portfolio.