Nieuwe reeks opheffingen van beschermingen opgestart

De voorbije jaren zetten we in op een evaluatie van het volledige bestand beschermd erfgoed waarbij gezocht werd naar die sites die overduidelijk niet meer aan de huidige criteria voor bescherming voldoen. In 2022 leverde dit al een eerste reeks opheffingen van beschermingen op. Nu volgt een tweede reeks gedeeltelijke en volledige opheffingen van beschermingen.
Waarom deze evaluatie?
Het beschermd bestand van landschappen en monumenten is sinds de jaren 1930 gestaag gegroeid. Maar het beschermingsbeleid in Vlaanderen is niet altijd even consequent doorgevoerd: zowel geografisch, als over de jaren heen en qua methode stellen we verschillen vast. Bovendien heeft niet elk beschermd goed de tand des tijds even goed doorstaan.
De evaluatie van het beschermde bestand heeft tot doel te komen tot een weloverwogen, representatieve en evenwichtige staalkaart van het onroerend erfgoed die getuigt van het leven in Vlaanderen.
We startten in 2021 met de uitwerking van twee pilootprojecten: het ‘verdwenen en aangetast erfgoed’ en een project over windmolens in Vlaanderen. Beide projecten zijn ondertussen afgerond. In de loop van 2022 brachten we op basis hiervan 55 opheffings- en wijzigingsdossiers in procedure. Voor 26 beschermde objecten is de bescherming ondertussen al definitief opgeheven of gewijzigd. Voor de andere dossiers is de procedure nog lopende.
Nieuwe reeks opheffingen na snelle screening
In december 2022 werkten we de snelle screening van het beschermde bestand af en detecteerden we 126 beschermde objecten die overduidelijk niet meer aan de hedendaagse selectiecriteria voor bescherming voldoen. Het betreft 23 gedeeltelijke opheffingen en 103 volledige opheffingen. Voor acht objecten gaat de opheffing van de bestaande bescherming gepaard met een (gedeeltelijke) nieuwe bescherming, onder een ander statuut of met een andere afbakening. De 126 objecten omvatten 68 monumenten, 46 stads- of dorpsgezichten en 12 cultuurhistorische landschappen.
De betrokken eigenaars en lokale besturen worden per brief op de hoogte gebracht dat er een procedure tot opheffing wordt opgestart voor deze beschermde objecten.
Hoe verloopt de procedure van een opheffing?
De opheffing van een bescherming verloopt steeds in twee fasen. Voorafgaand aan de voorlopige opheffing wordt het advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed ingewonnen. Op basis van dit advies tekent de minister de voorlopige opheffing. Nadien volgt een openbaar onderzoek van 30 dagen. Op basis van de ingediende bezwaren beslist de minister al dan niet tot het ondertekenen van het definitieve opheffingsbesluit. De rechtsgevolgen van de bescherming blijven geldig tot na de ondertekening van het definitieve besluit.
Foto: de molen van Grotenberge in Zottegem (copyright Onroerend Erfgoed).