Wat verandert er op 1 april aan de archeologieregelgeving?

Archeologie

 

We berichtten begin maart al over de wijzigingen aan de archeologieregelgeving die op 1 april 2019 in werking treden. In dit nieuwsbericht gaan we wat dieper in detail. 

De informatie op onze website en het archeologieportaal passen we aan op 1 april. Ook de nieuwe formulieren kan je vanaf dan meteen gebruiken.

 

Archeologienota’s en nota’s

Er zal nog steeds in bepaalde gevallen een archeologienota bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning gevoegd moeten worden, maar de procedure verandert. De indiening is voortaan een melding en de bekrachtiging is een aktename. Voortaan meldt de erkend archeoloog de (archeologie)nota. Dat doe hij of zij in praktijk op dezelfde manier als de vroegere indiening.

Het agentschap of de erkende onroerenderfgoedgemeente gaat na of de (archeologie)nota opgesteld is volgens de Code van Goede Praktijk. Is dat het geval, dan neemt het agentschap of de erkende gemeente akte van de (archeologie)nota. Dat kan eventueel onder voorwaarden. Als het voorgestelde programma van maatregelen geen goede omgang met het archeologisch erfgoed garandeert of geen nuttige kenniswinst oplevert, dan neemt het agentschap of de erkende gemeente geen akte van de (archeologie)nota. De behandelingstermijn verkort bovendien van 21 kalenderdagen naar 15 kalenderdagen.
 

Vooronderzoek met ingreep in de bodem

Ook de melding van vooronderzoek met ingreep in de bodem verandert: die wordt een toelating. Een erkend archeoloog vraagt voortaan een toelating aan via het archeologieportaal. Het agentschap of de erkende onroerenderfgoedgemeente beslist binnen de 15 kalenderdagen over de aanvraag. Dat leidt dan tot een toelating, tot een toelating onder voorwaarden of tot een weigering. In tegenstelling tot vroeger moet de archeoloog bij een positieve beslissing niet meer wachten tot het einde van de meldingstermijn om van start te gaan. Mits een melding van aanvang, mag hij of zij het vooronderzoek met ingreep in de bodem starten van zodra hij of zij de toelating ontvangen heeft.

 

Archeologieportaal

Het was al de gangbare praktijk, maar vanaf nu wordt het ook de regel: aanvragen van toelatingen voor vooronderzoek, melden van (archeologie)nota’s, indienen van archeologierapporten en eindverslagen kan voortaan enkel nog via het archeologieportaal. Ook de communicatie in de omgekeerde richting verloopt vanaf nu zo veel mogelijk via die weg: net zoals het agentschap heb je als erkende onroerenderfgoedgemeenten voortaan de mogelijkheid om toelatingen of weigeringen, beslissingen om akte te nemen of geen akte te nemen, enzoverder via het archeologieportaal aan de erkende archeoloog te bezorgen. Dat bespaart papier en gaat sneller.

Waar vind ik de archeologienota’s en nota’s waarvan akte is genomen?

Net zoals de bekrachtigde archeologienota’s en nota’s, publiceren we archeologienota’s en nota’s waarvan akte is genomen via het e-loket. Je vindt er ook alle archeologienota’s en nota’s waarvan akte is genomen onder voorwaarden, inclusief de voorwaarden zelf. Je vindt de voorwaarden onder de kaart met het projectgebied.

Een andere manier om deze archeologienota’s en nota’s te zoeken, is via het Geoportaal. Vergeet dan niet de laag archeologienota’s en nota’s aan te vinken.

 

Overgang

Wat gebeurt er nu met de overgang van bekrachtiging naar aktename en van melding naar toelating? Alle meldingen van vooronderzoek met ingreep in de bodem en alle indieningen van (archeologie)nota’s die gebeuren voor 1 april 2019 verlopen volgens de vroegere regels. Alles wat gemeld of aangevraagd wordt vanaf 1 april, gebeurt volgens de nieuwe regels. In praktijk is dat een erg korte overgangsperiode van maximaal drie weken.

 

Premie buitensporige opgravingskosten

Voor occasionele bouwheren bestaat er al langer de premie voor buitensporige opgravingskosten. Die krijgt nu een beperkte aanpassing. De toegangscriteria, de berekeningswijze en de aanvraagprocedure blijven dezelfde, maar de premie bedraagt voortaan 80% van de forfaitair bepaalde kosten in plaats van 40%. Let wel: dit hogere percentage geldt enkel voor opgravingen waarvan het veldwerk start na 1 april 2019. Opgravingen waarvan het veldwerk startte voor die datum krijgen nog het oude percentage, ongeacht het moment waarop het archeologierapport wordt ingediend.

 

Premie vooronderzoek met ingreep in de bodem

Naast de premie voor buitensporige opgravingskosten komt er ook een premie voor vooronderzoek met ingreep in de bodem. De nieuwe premie geldt enkel voor occasionele bouwheren en voor vooronderzoek met ingreep in de bodem (archeologisch verkennend en waarderend booronderzoek, proefsleuven en proefputten en proefputten i.f.v. prehistorische artefactensites). Het vooronderzoek zonder ingreep in de bodem blijft volledig voor rekening van de initiatiefnemer. Vooronderzoek met ingreep in de bodem waarvoor de archeologienota wordt gemeld na 1 april 2019 kan in aanmerking komen (ongeacht of de uitvoering op het terrein al eerder gebeurde). Maakt de bouwheer gebruik van het uitgestelde traject, dan geldt de datum van melding van de nota. Het vooronderzoek moet immers volledig zijn afgerond voor hij de premie kan aanvragen. Ook deze nieuwe premie zal forfaitair berekend worden. Daarvoor is eerst nog een Ministerieel Besluit nodig. We houden je op de hoogte vanaf welke datum deze premie aangevraagd kan worden.

 

Voor vergunningverleners: welke controle voer je uit bij het verlenen van een omgevingsvergunning?

Het aspect archeologie bij de aanvraag van omgevingsvergunningen is dus nog voor een groot deel hetzelfde. Met behulp van de beslissingsboom en de ligging in het Geoportaal ga je na of er een archeologienota aan de vergunningsaanvraag toegevoegd moet zijn. Zowel de gebieden met geen archeologie als de gemeentelijke vrijstellingen worden in het Geoportaal weergegeven en zijn dus makkelijk raadpleegbaar.

Wanneer een archeologienota vereist is, kijk je na of er een bij het aanvraagdossier zit. Via het Geoportaal of het e-loket kan je nagaan of de archeologienota in het verleden al bekrachtigd of akte van genomen werd (al dan niet met voorwaarden). Is de archeologienota niet gepubliceerd en kan je deze niet terugvinden via het Geoportaal of e-loket, dan is de archeologienota nog niet goedgekeurd. 

In dat geval is de archeologienota misschien al wel gemeld, maar loopt de behandelingstermijn van 15 dagen nog. De aanvrager van de omgevingsvergunning moet dan een ontvangstbewijs van de gemelde archeologienota indienen bij zijn aanvraag. Na het verloop van de termijn vermeld in het ontvangstbewijs, kan je via het Geoportaal of het e-loket nagaan of er akte genomen werd van de archeologienota of niet. Is dat niet het geval en is de termijn voor de beslissing over de vergunning ten einde, dan moet je de vergunning weigeren.

 

Voor erkende archeologen: 2 types van erkenning

Voortaan zullen er twee types erkende archeoloog zijn: een type 1 die alle vormen van archeologisch onderzoek kan uitvoeren, en een type 2 die enkel vooronderzoek zonder ingreep in de bodem kan uitvoeren en daar archeologienota’s over kan melden. Deze twee types gelden zowel voor rechtspersonen als voor natuurlijke personen. De erkenningsvoorwaarden voor een erkende archeoloog  type 1 zijn ongeveer dezelfde als de voorwaarden die tot nu toe golden voor elke erkende archeoloog. Natuurlijke personen en rechtspersonen die al een erkenning als archeoloog verkregen, zullen dan ook automatisch een erkenning van het type 1 ontvangen. De voorwaarden voor een erkenning type 2 liggen lager: daar is bijvoorbeeld geen veldervaring voor vereist.

Een nieuwe voorwaarde voor beide types is het volgen van een basisopleiding over de Code van Goede Praktijk, voorafgaand aan de erkenningsaanvraag. Ook alle archeologen die al erkend zijn, zullen binnen de twee jaar een dergelijke opleiding moeten volgen. We richten binnenkort de eerste basisopleiding voor kandidaat-erkende archeologen in en ook de opleiding voor reeds erkende archeologen komt eraan. Voor die laatste groep voorzien we een aangepaste opleiding. Naast de basisopleiding zullen erkende archeologen in de toekomst per twee jaar ook minstens 1 bijscholing over de CGP moeten volgen.
 

Voor erkende archeologen: de Code van Goede Praktijk

Omdat er heel wat termen veranderen in de regelgeving en er twee types erkende archeologen komen, kreeg ook de Code van Goede Praktijk een update. Vanaf 1 april geldt daarom versie 4.0 als de nieuwe CGP. Aan de inhoudelijke principes van het archeologisch onderzoek is daarbij niet geraakt. Een erkend archeoloog blijft zijn of haar vooronderzoek en opgravingen dus uitvoeren zoals hij of zij dat deed. Wat veranderde er dan wel? Alle termen of beschrijvingen die met de regelgeving te maken hebben, zijn aangepast naar de nieuwe begrippen en procedures. Ook is consequent het onderscheid tussen de twee types erkende archeoloog ingevoegd en zijn er een aantal zaken van plaats veranderd. We maakten een uitgebreid toelichtingsdocument dat alle aanpassingen per hoofdstuk overloopt, toelicht en verklaart. Dat vind je samen met de nieuwe Code van Goede praktijk binnenkort terug op onze website.