Toevalsvondst resten Spaanse citadel onder Antwerps museum

Bij graafwerken in drie patio’s in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) kwamen archeologische resten aan het licht die behoren tot de 16de-eeuwse citadel of het Zuidkasteel. Ze werden geïdentificeerd als hoofdmuur van de citadel en vermoedelijk ook restanten van kazematten en kazernes. Het gaat om een belangrijke getuige van de 16de-eeuwse vestingbouw in onze gewesten.

Filips II en de hertog van Alva lieten de citadel bouwen in de politiek woelige 16de eeuw om het opstandige Antwerpen te bedwingen. Gedurende drie eeuwen riep deze dwangburcht gemengde gevoelens op bij de stadsbewoners. Binnen de citadel waren kazernes voorzien voor maar liefst 2000 Spaanse soldaten. Van hieruit trokken deze in 1576 plunderend en moordend de stad binnen, een episode gekend als de Spaanse furie.

De vijfhoekige citadel was aangesloten op de stadsomwalling en omgeven door een gracht. Met deze vestingbouw liet Antwerpen zich opmerken in heel Europa. Er zijn maar weinig voorbeelden van bewaard in onze streken en daarom gaat het om een unieke materiële getuige van de 16de-eeuwse vestingbouw in de Nederlanden.

De citadel nam ongeveer het volledige huidige Zuid in beslag, van de Schelde tot de leien en van de Marnixplaats tot de Bolivarplaats. Op het einde van de 19de eeuw was de stad in de ban van stadsverruiming en –vernieuwing en werden citadel en stadmuren afgebroken. Het stadsbestuur besloot om het nieuwe museum op deze plaats te bouwen. Het museumgebouw werd in 1890 ingehuldigd.

Ondergronds is de blauwdruk van de citadel bewaard gebleven en bij werkzaamheden op het Zuid komen nog altijd archeologische resten van het bouwwerk aan het licht. Bij onderzoek op de leien in 2002 bleek dat de restanten meestal al op een halve meter onder het straatniveau zichtbaar zijn. Ter hoogte van het museum liggen belangrijke resten van de hoofdmuur van de citadel. Ook de achterliggende kazematstructuren en kazernes bleven bewaard en kwamen aan het licht tijdens recente funderingswerken. Deze graafwerken vonden plaats in de vroegere binnentuinen of patio’s van het museum waar nu het nieuwe vertikale museum zal komen.

Na de melding van de vondst kwam het agentschap Onroerend Erfgoed ter plaatse voor wetenschappelijk onderzoek. Ook de dienst archeologie van Stad Antwerpen bood ondersteuning. De melding van toevalsvondsten is belangrijk omdat deze vaak unieke informatie opleveren en zo kunnen worden geregistreerd, gedocumenteerd en onderzocht. Ook in de tuin aan de noordzijde van het museum zijn er nog resten van het bastion bewaard.

In februari 2019 gaat het gerenoveerde museum opnieuw open voor het publiek.