Omgaan met menselijke resten

In de bodem worden regelmatig de fysieke resten van vroegere mensen aangetroffen. Deze menselijke overblijfselen  kunnen in heel uiteenlopende contexten worden teruggevonden: als geïsoleerde of gegroepeerde enkelvoudige begravingen, als meervoudige of collectieve begravingen (‘massagraven’ in de volksmond), als ensembles van beenderen in ossuaria of knekelputten, als deposities van verbrande resten, enz. Menselijke resten vormen dan ook een gevarieerde archeologische materiaalcategorie. Omdat de bewaringstoestand bovendien beduidend kan verschillen, is er voor de berging van dit soort vondsten niet altijd een standaard rechttoe-rechtaan techniek. Het lichten van menselijk botmateriaal uit een bakstenen grafkelder is iets heel anders dan het registreren van een skelet dat enkel als lijkschaduw is bewaard. Ook op het niveau van de archeologische site zal de te volgen opgravingsstrategie beduidend verschillen: een middeleeuws christelijk kerkhof met een hoge densiteit aan elkaar oversnijdende graven stelt andere uitdagingen dan een ruim gespatieerd urnengrafveld, of een reeks bijzettingen in het koor van een kerk. 
 
Het zorgvuldig inzamelen van menselijke resten is binnen de archeologische erfgoedzorg van uitzonderlijk belang. Een discipline die de mens centraal stelt (zij het steeds in relatie tot zijn omgeving) kan het zich niet veroorloven de opgraving van de menselijke resten zelf te verwaarlozen. De vondsten vormen immers een bron van informatie die via andere materiaalcategorieën niet kan worden aangesneden. Archeologische menselijke resten bevatten bovendien niet enkel heel wat informatie op zich, ook de manier waarop ze in de bodem bewaard zijn vormt een bron van gegevens. Het gaat dus niet enkel om biologische en culturele gegevens over de dode zelf maar ook over het gedrag van de ‘nabestaanden’ en hun houding tegenover de dood. Hoe binnen een bepaalde gemeenschap de stoffelijke overblijfselen behandeld zijn, vóór, tijdens en na de depositie, is vaak een uiting van rationeel of spiritueel menselijk handelen in het verleden. De begraving (of andere behandelingswijze) moet dus zo goed als mogelijk gedocumenteerd worden, vóór de berging van de resten begint.  
 

Afwegingskader over het omgaan met menselijke resten bij archeologisch onderzoek in Vlaanderen

Daarom stelden we een afwegingskader op voor archeologen met richtlijnen, suggesties en overwegingen. Het biedt een denkkader bij het opgraven en documenteren van menselijke resten tijdens een opgraving. Het reikt de opgravers aanwijzingen aan om zo weinig mogelijk gegevens tijdens het bergen van menselijke resten verloren te laten gaan.

Richtlijn met te volgen procedures bij de vondst van menselijk skeletmateriaal

Welke procedures en stappen moet je volgen wanneer je menselijk skeletmateriaal vindt? Welke instanties moeten op de hoogte gebracht worden? 

Gaat de vondst om het lichaam van een gesneuvelde, dan bevindt die zich op het raakpunt van twee regelgevingen. Vanuit militair oogpunt gaat het om een gesneuvelde die moet worden geborgen en overgedragen aan de militaire overheden van de betrokken staten. Vanuit archeologisch oogpunt gaat het om een archeologische vondst die inzicht kan verschaffen over het verloop van het conflict.

Deze verschillende uitgangspunten kunnen echter op elkaar afgestemd worden: het is perfect mogelijk om menselijk skeletmateriaal met archeologische technieken te bergen en nadien over te dragen aan de militaire overheden. Bovendien leiden deze archeologische technieken niet alleen tot het beoogde historisch inzicht, ze laten ook toe dat gegevens worden verzameld die mogelijk kunnen leiden tot identificatie. Dit biedt een meerwaarde voor zowel de betrokken overheden als de nabestaanden.