Het agentschap kan erkende metaaldetectoristen evalueren (artikel 3.6.7 tot en met 3.6.12 van het Onroerenderfgoedbesluit). Tijdens een evaluatie kan het agentschap aan de erkende metaaldetectorist vragen alle documenten die betrekking hebben op de erkenningsvoorwaarden te bezorgen of hem vragen een toelichting te komen geven.

Bij een negatieve evaluatie kan het agentschap overgaan tot schorsing van een erkend metaaldetectorist. Een schorsing duurt maximaal 120 dagen en kan door het agentschap worden opgelegd wanneer de metaaldetectorist niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet of bij:

  • het niet naleven van het Onroerenderfgoeddecreet, het Onroerenderfgoedbesluit of de Code van Goede Praktijk voor Archeologie en Metaaldetectie
  • het niet naleven van de opvolgingsvoorwaarden

De geschorste metaaldetectorist krijgt de mogelijkheid te reageren en oplossingen te formuleren die hem terug in regel stellen. Op basis van de ontvangen reactie beslist het agentschap over het opheffen van de schorsing of het intrekken van de erkenning. Ontvangt het agentschap geen reactie, dan wordt er overgegaan tot intrekking van de erkenning.

De metaaldetectorist kan tegen de intrekking van zijn erkenning beroep aantekenen bij de bevoegde minister.