Opzichzelfstaande gehelen

Wat als er meerdere zakelijkrechthouders (eigenaars, erfpacht- of opstalhouders) zijn van het beschermd goed? Moeten zij altijd samen een premie aanvragen of kan elk apart indienen?

Hier kiezen we voor het principe dat zakelijkrechthouders die er binnen één bescherming niet bewust voor kozen om samen te wonen of te werken, elk apart een premie-aanvraag kunnen indienen.

Wat verstaan we onder ”niet bewust kiezen om samen te wonen of te werken”?

Dat zijn aparte woon- of werkeenheden in al dan niet historisch opgesplitste beschermde gebouwen of sites. Denk maar aan appartementsgebouwen, begijnhoven, tuinwijken, arbeiderswoningen, stads- en dorpsgezichten met verschillende zakelijkrechthouders. Maar het kan ook gaan over een co-housingproject in een hoeve, waarvan de verschillende onderdelen tot aparte wooneenheden zijn omgevormd. Of een kasteelsite met wooneenheden van verschillende zakelijkrechthouders in zowel het kasteel als het koetshuis, inclusief nieuwe appartementen in het kasteelgebouw. Ook de private gedeelten in appartementsgebouwen of herbestemde industriële sites kunnen hier onder vallen. Het publieke gedeelte vormt in dat geval een apart opzichzelfstaand geheel.

Als een beschermd goed volledig in eigendom is van één zakelijkrechthouder, bijvoorbeeld een sociale tuinwijk die beheerd wordt door één maatschappij, dan kan die niet opgesplitst worden in opzichzelfstaande gehelen.

Voor concessiehouders op begraafplaatsen zijn er aparte afspraken. Hoewel 'concessiehouder zijn' in strikte zin geen zakelijk recht is, kan elk graf toch beschouwd worden als een apart opzichzelfstaand geheel. Concessiehouders kiezen er immers niet voor om samen het beheer te doen.