Projecten 2023
Wie een bouwproject, verkaveling of andere infrastructuurwerken wil opstarten, moet soms eerst een archeologisch onderzoek laten uitvoeren. De resultaten van deze opgravingen blijven logischerwijze beperkt tot het niveau van de vindplaats, maar missen zo het bredere plaatje en de diepgang om tot echt nieuwe kennis over het verleden te komen. En daar zit het publiek natuurlijk net op te wachten. Extra onderzoek vraagt echter extra middelen, die niet op de bouwheer, projectontwikkelaar of landbouwer kunnen verhaald worden. Daarom reikt Vlaanderen sinds 2018 jaarlijks projectsubsidies uit voor archeologisch syntheseonderzoek.
Deze 6 projecten uit 2023 ontvangen een subsidie:
Universiteit Gent: Looking down the well. Een onderzoek naar de evolutie van landschap en vegetatie in Vlaanderen van de bronstijd tot de late middeleeuwen op basis van palynologisch onderzoek van waterputten.
Onderzoekers die het landschap en de vegetatie in het verleden willen bestuderen doen dat aan de hand van pollenonderzoek. Veenmoerassen en meerbodems zijn daartoe interessante onderzoeksgebieden, omdat organisch materiaal het best bewaard blijft in water (er kan dan namelijk geen zuurstof aan). Maar in Vlaanderen zijn er nauwelijks zulke bodems aanwezig, waardoor er weinig kennis is over hoe ons landschap er vroeger uit zag. Om daar verandering in te brengen spitst dit project zich toe op archeologische vondsten uit waterputten. Recente archeologische opgravingen in Vlaanderen hebben heel wat materiaal uit waterputten van ongeveer de bronstijd tot de late middeleeuwen opgeleverd. Die onontgonnen schat aan informatie over de laat-Holocene vegetatie en landschapsgeschiedenis in Vlaanderen zal nu bestudeerd worden. De onderzoekers maken tegelijkertijd een evaluatie over de kwaliteit en bruikbaarheid van pollenonderzoek uit waterputten.
Ruben Willaert: Dood in Gent. Mortaliteit binnen een laat- en postmiddeleeuwse bevolking
Voorafgaand aan de restauratie van de Gentse Sint-Baafskathedraal en de bouw van een nieuw bezoekerscentrum werd in en rond de kerk een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Dat leverde opmerkelijke resultaten op. Zo bleken veel graven collectieve graven te zijn en werd aan de rand van het kerkhof een groot aantal graven voor heel jonge kinderen ontdekt. Ondanks het feit dat de kindersterfte hoog was tijdens de (post)middeleeuwen kreeg dit onderzoeksdomein pas recent aandacht. De onderzoekers zullen deze collectieve graven en de kindergraven onderzoeken. Dankzij fysisch antropologisch onderzoek is er al een grote dataset over morfologie, biometrie, demografie en pathologie beschikbaar. Het is duidelijk dat de onderzochte populatie één van de belangrijkste referentiecollecties van een (post)middeleeuwse, stedelijke populatie in Vlaanderen is. De onderzoekers bouwen daarop verder en focussen op de evolutie van de gezondheidstoestand en de levensverwachting tussen de late middeleeuwen en de postmiddeleeuwse periode. In de crypte werden uitzonderlijk bewaarde graven gevonden. Archeobotanisch onderzoek van voedselresten uit het spijsverteringskanaal van de overledenen is een nog grotendeels onontgonnen terrein, zowel in Vlaanderen als in de rest van Noordwest-Europa. Hetzelfde geldt voor parasitologisch onderzoek binnen grafveldonderzoek. Binnen dit project kunnen de onderzoekers ervaring opdoen in deze domeinen.
De Erfgoedtank: Van strategische burcht tot versterkte stad. Evolutie van Dendermonde op basis van archeologische data.
Dit project voor de stad Dendermonde is het summum van syntheseonderzoek. De stad heeft al meer dan twintig jaar aandacht voor archeologie. Met de gegevens van opgravingen van verschillende sites zullen de onderzoekers de geschiedenis van de stad kritisch evalueren. Door oude en recentere archeologische gegevens te linken aan landschappelijke en historische gegevens willen ze nieuwe inzichten krijgen in de stadsontwikkeling van Dendermonde. Zo schrijven ze een diepgaander archeologisch verhaal van de stad.
LAReS: Schijn en Wezen, Archeologie en landschap van de Schijnvallei vanaf het neolithicum tot de vroegmoderne periode.
Het Schijn, een zijrivier in het stroomgebied van de Schelde, heeft haar natuurlijke monding net boven de oudste stadskern van Antwerpen. Doorheen de middeleeuwen is de zuidelijke helft van het mondingsgebied ingepolderd en geürbaniseerd (onder meer het Schipperskwartier en de Waterstad). Omdat er rijke archeologische datasets beschikbaar zijn door de preventieve archeologie van de laatste decennia, maar ook van de oude dataset die in een vergeethoek is geraakt (oude baggervondsten, oude vondsten van kano's enz.) kunnen wetenschappers de formatieprocessen van landschappen en nederzettingen in de Schijnvallei op een geïntegreerde en holistische manier onderzoeken. De regio heeft een eigen identiteit, en de onderzoekers vinden het belangrijk om de riviervallei uit de schaduw te halen en als erfgoed te delen met de gemeenschap van de inwoners. Daarom koppelen ze aan het syntheseonderzoek een inclusief en participatief publieksluik. Om erfgoedverhaallijnen te distilleren nemen ze de verhalen van de bewoners over het Schijn mee op in het onderzoek. Dit project sluit aan bij het Integrale project Groot Schijn (Integraal waterbeleid en Regionaal Landschap).
Universiteit Leuven: Kleine Gete, groot verleden. Een agrarische geschiedenis van neolithicum t/m middeleeuwen.
Dit onderzoek zal een synthese maken voor een kleiner gebied, maar met een grote tijdsdiepte en detailniveau. Het onderzoeksgebied is rijk aan archeologische resten uit meerdere tijdvakken en wordt gekenmerkt door een lange bewoningscontinuïteit die mogelijk van ijzertijd tot nu reikt. De onderzoeksintensiteit en de kwaliteit en kwantiteit van gegevens maken van dit deel van de Kleine Gete een ideaal gebied om een langetermijngeschiedenis over bewoning en gebruik uit te werken. Zo kunnen nieuwe inzichten verworven worden over de evolutie van mens-omgevingsinteracties. De focus ligt niet op de individuele vindplaatsen, maar op het landschap als geheel. Hoe hangen de vindplaatsen met elkaar en met het abiotische en biotische landschap samen?
LAReS: Imitatie-Badorfaardewerk uit Beerse? Archeometrisch onderzoek van een vroegmiddeleeuwse productie in de Kempen.
In 2014 en 2019 groeven archeologen in Beerse twee pottenbakkersovens op met misbakken aardewerk in Badorftraditie. Het aardewerk vertoont zeer sterke kenmerken met deze uit het Rijnland en Eifelgebied. De onderzoekers analyseren wat het aandeel is van het aardewerk in Beerse in de ruimere omgeving. Waarom en hoe vervaardigden de pottenbakkers net dit aardewerk in Badorftraditie en in welke mate is het effectief imitatie dan wel een lokale variant? Hiervoor bewandelen de archeologen verschillende onderzoekspistes. Eerst wordt een inventaris opgesteld met Karolingische vindplaatsen in de ruimere omgeving van Beerse. Daarna wordt de samenstelling van het aardewerk uit de ovens vergeleken met de lokale, beschikbare kleibronnen, met gelijkaardig aardewerk uit de omgeving en met aardewerk uit het Rijnland en Eifelgebied. Het onderzoek zal ons nieuwe inzichten in de Karolingische economie in de Kempen geven.