Verantwoord omgaan met munitie

Vlaanderen ligt vol met niet-ontplofte munitie. Dat is vooral een gevolg van onze rol in beide wereldoorlogen. Deze duizenden bommen en granaten vormen een reëel gevaar bij metaaldetectie en magneetvissen. Behandel je een springtuig (oud én nieuw) verkeerd, dan kan het ontploffen. Niet-ontplofte munitie kan je zowel ondergronds als onderwater aantreffen:

  • Een springtuig dat zich decennialang in de grond bevonden heeft, is meestal zwaar gecorrodeerd. Cruciale onderdelen kunnen weggeroest zijn en het ontploffingsgevaar reëel maken. Denk bijvoorbeeld aan een granaat die tijdens een oorlogsbombardement niet ontplofte. Die zogenaamde ‘blindganger’ boorde zich een weg onder de grond, en kan vandaag nog steeds actief zijn wanneer je hem opgraaft. Ook begraven munitiedepots op terreinen met een militair verleden kunnen dergelijke bommen verbergen.
  • Een springtuig dat zich onderwater bevindt, wordt erg instabiel wanneer je het opdiept en droog bewaart. Bruggen, sluizen en waterlopen waren tijdens de wereldoorlogen een doelwit en kunnen dus blindgangers verbergen. Grote hoeveelheden munitie werden tijdens en na de oorlog gedumpt in zee of in rivieren en kanalen (‘onschadelijk maken door verdrinking’). Die techniek is intussen allang achterhaald, maar creëert vandaag nog steeds risicovolle situaties. 

Wanneer je als metaaldetectorist of magneetvisser niet-ontplofte munitie ontdekt, is er slechts één regel: laat ze liggen en verwittig onmiddellijk de politie. De veiligheid primeert! Ook met ontplofte munitie en lege kogelhulzen moet je uitkijken. Ze kunnen nog steeds gevaarlijk zijn, en het bezitten, vervoeren, verhandelen en in huis bewaren ervan mag enkel met een wapenvergunning of een erkenning als verzamelaar. Meer info over de wapenwet vind je op de website van de FOD Justitie.

Weblezing met Q&A

De video die je hier kan bekijken, is een opname van de weblezing ‘Metaaldetectie en munitie’ van 10 november 2020. Woordvoerders van DOVO en De Vlaamse Waterweg deelden nuttige informatie over de risico’s van het omgaan met munitie, de werkwijze van DOVO en duiding over het algemeen verbod op magneetvissen in bevaarbare waterlopen in Vlaanderen. 

Naderhand waren er veel specifieke vragen voor de sprekers. Die kan je nalezen op afzonderlijke pagina's: 

 

De algemene vragen vind je hieronder:

  • Wanneer je een brandkast hebt bovengehaald, heb je dan recht op een vindersloon? Dit is enkel van toepassing wanneer het om een zuivere schatvondst gaat, een vondst die je hebt gedaan zonder ernaar te zoeken. Wanneer je met een magneet of detector op pad gaat, ben je van plan om te zoeken en te vinden, en zijn je vondsten per definitie geen schatvondst. Volgens het Belgisch Burgerlijk Wetboek is een schatvondst voor de helft eigendom van de vinder en voor de helft van de eigenaar van de grond. Op openbaar domein behoort de schat volledig toe aan de gemeenschap en moet de vinder dit melden aan het gemeentebestuur. De brandkast zal, zoals elke detectievondst, eigendom blijven van de eigenaar van de grond of waterpartij, tenzij beide partijen hierover duidelijke afspraken gemaakt hebben, en zolang ze geen onderwerp is van een gerechtelijk onderzoek naar criminele activiteiten.
  • Mag je zoekdagen voor magneetvissers organiseren, bijvoorbeeld in een afgesloten vijver? Dat kan in een private vijver, met toestemming van de eigenaar. Zolang je uiteraard je verantwoordelijkheid neemt: van zodra er een explosief gevonden wordt, leg je de boel stil en bel je de politie.
  • Kan een zoekdag in samenwerking met DOVO en De Vlaamse Waterweg? DOVO is druk bezet en heeft niet als prioriteit om standby te staan bij dergelijke initiatieven. De Vlaamse Waterweg heeft alle begrip voor de mensen die hun hobby willen beoefenen, maar handhaaft haar eigen verbod door enkel samen te werken met gespecialiseerde aannemers die instaan voor de schoonmaak van de waterwegen.