Vragen bij de herbestemming van kerken

Vragen die aan bod kunnen komen bij de herbestemming van parochiekerken:

  1. Welke rol speelt de kerk in haar omgeving? Is de kerk dominant aanwezig in de ruimtelijke structuur? Is de kerk of de toren een herkenningspunt in het landschap? 
  2. Wordt de kerk enkel door gebruikers bezocht of trekt ze ook andere geïnteresseerden aan? Is het een aangenaam gebouw om te vertoeven? Hoe zou je de kerk beschrijven in één woord? 
  3. Welke rol kan deze kerk na de herbestemming nog spelen in de omgeving? Blijft de kerk een publieke rol spelen of niet? Welke belangen (publiek en privaat) zijn hierbij aan de orde? 
  4. Op welke manier is deze kerk belangrijk (geweest) in individuele levens? Van wie is deze kerk? Wie zorgt ervoor? Wie is er emotioneel bij betrokken? Wat is de historiek van de kerk en haar omgeving? Waarom is deze kerk collectief belangrijk? 
  5. Wat maakt van dit gebouw een religieus gebouw? Zijn er elementen in de architectuur, zowel exterieur als interieur, of het meubilair die sterk verbonden zijn met het religieuze gebruik? Hoe kunnen deze elementen een betekenisvolle rol blijven spelen in de toekomst van het gebouw? Welke gebruiken zijn er verbonden aan het kerkgebouw? 
  6. Waarom vormt dit gebouw een meerwaarde voor de nieuwe functie? Welke kwaliteiten van het gebouw worden hiervoor ingezet? Op welke manier vormt de nieuwe functie, het nieuwe gebruik een meerwaarde voor het gebouw?  
  7. Welke waarde kan het gebouw genereren dankzij de herbestemming? Welke nieuwe gebruiken en betekenissen zijn in de toekomst mogelijk? Op welke manier is het behoud van de waarde van het gebouw op lange termijn verzekerd? 

Op basis van de antwoorden op deze vragen, ontstaat een web van beïnvloedende waarden (erfgoedwaarde, locuswaarde, belevingswaarde, maatschappelijke waarde, immateriële waarde, kerkelijke waarde, gebruikswaarde, toekomstwaarde, ..).