Werken aan beschermd erfgoed

Toelatingsplichtige werken aan beschermd erfgoed

Bepaalde beheers- , onderhouds- of restauratiewerken aan of in beschermd onroerend erfgoed zijn toelatingsplichtig. Bij vergunningsplichtige werken zit die toelating geïntegreerd in de vergunning. De bouwheer hoeft geen aparte toelating te vragen aan het agentschap, maar jij als vergunningverlener vraagt een advies op bij het agentschap.

Heeft de bouwheer geen omgevingsvergunning nodig, maar plant hij wel toelatingsplichtige werken die de erfgoedwaarde van het beschermd onroerend goed zouden kunnen verstoren of schaden? Dan is de bouwheer verplicht om rechtstreeks een schriftelijke toelating aan te vragen bij het agentschap of de erkende onroerenderfgoedgemeente. Jij moet daar niets voor doen.

Zijn de werken vergunningsplichtig, dan vraag je dus een advies over de werken aan de regionale dienst van het agentschap. Voor een vlotte dossierbehandeling raden we aan om de nodige bijlagen aan de adviesvraag toe te voegen. Meer informatie over de bijlagen bij de adviesvraag vind je op deze pagina. Dit advies ontvang je binnen de dertig dagen. Jij beslist uiteindelijk om de vergunning te verlenen of te weigeren, maar je houdt daarbij wel rekening met het advies van het agentschap. De aanvrager van de vergunning hoeft dan geen aparte toelating aan het agentschap of de erkende onroerenderfgoedgemeente te vragen.

In principe moet de bouwheer zelf aangeven of zijn goed beschermd is en de werken toelatingsplichtig zijn. Soms is het nodig dat je dit als vergunningverlener even nakijkt. Meer informatie over het erfgoedstatuut vind je op deze pagina. 

Zijn de werken toelatingsplichtig of niet?

1. Werd het goed beschermd vóór 1 januari 2015, dan tonen het beschermingsbesluit EN de generieke, specifieke en aanvullende toelatingsplichten uit het Onroerenderfgoedbesluit je voor welke werken een toelating nodig is:

  • De generieke toelatingsplichten staan opgesomd in artikel 6.2.3 
  • De specifieke toelatingsplichten voor beschermde monumenten vind je in artikel 6.2.4. De specifieke toelatingsplichten voor het interieur van en de cultuurgoederen in beschermde monumenten vind je in artikel 6.2.8 
  • Alle aanvullende toelatingsplichten (over industrieel erfgoed, orgels, ...) staan opgesomd in artikel 6.2.9 tot en met artikel 6.2.13 

2. Voor beschermingen vanaf 1 januari 2015 vind je in het beschermingsbesluit van het onroerend goed een lijst met toelatingsplichtige handelingen.

3. Voor werken die in een goedgekeurd beheersplan van toelating worden vrijgesteld, heeft een bouwheer geen afzonderlijke toelating meer nodig.

Je kan de beschermingsbesluiten van specifieke onroerende goederen opzoeken in de beschermingsdatabank. Alle goedgekeurde beheersplannen vind je terug in deze databank.

Werken in een beschermd stads- of dorpsgezicht

Plant een bouwheer werken in een beschermd stads- of dorpsgezicht die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en heeft hij hiervoor geen omgevingsvergunning nodig? Dan dient hij een meldingsformulier in te vullen en aan de gemeente of stad te bezorgen.

Verwar deze melding niet met de meldingsplicht binnen de wetgeving op Ruimtelijke Ordening. De meldingsplicht binnen de wetgeving op Ruimtelijke Ordening geldt niet voor handelingen aan en in beschermd erfgoed. Meldingsplichtige werken aan en in beschermd erfgoed blijven vergunningsplichtig.

De bouwheer mag met de werken starten vanaf de dertigste dag na de melding, behalve als jij als omgevingsambtenaar oordeelt dat de werken de wezenlijke eigenschappen van het beschermde stads- of dorpsgezicht verstoren. In dat geval heeft de bouwheer een schriftelijke toelating nodig van het agentschap of de erkende onroerenderfgoedgemeente. De gemeente stuurt zelf de toelatingsaanvraag binnen de 30 dagen rechtstreeks per mail door naar het agentschap, of beoordeelt de aanvraag zelf als ze een onroerenderfgoedgemeente is. Het agentschap of de onroerenderfgoedgemeente evalueert binnen de 30 dagen of de voorgestelde werken de erfgoedwaarde van het beschermde stads- of dorpsgezicht respecteren en informeert de aanvrager binnen de 10 dagen over de beslissing.

Opgelet: Voor de hele of gedeeltelijke sloop, het optrekken of het plaatsen of het herbouwen van een gebouw of een constructie in een beschermd stads- of dorpsgezicht, moet een bouwheer altijd een schriftelijke toelating aanvragen bij het agentschap of de erkende onroerenderfgoedgemeente.

Werken aan of in beschermde archeologische sites of zones

Het advies van Onroerend Erfgoed ontslaat de bouwheer niet van zijn verplichting om een archeologienota toe te voegen. Raadpleeg hiervoor de beslissingsboom voor verplicht archeologisch vooronderzoek.

De bouwheer informeren

Een woongebouw dat een beschermd monument is, dat deel uitmaakt van een beschermd cultuurhistorisch landschap of een stads- of dorpsgezicht, is vrijgesteld van bepaalde eisen uit de renovatieverplichting voor residentiële gebouwen die op 1 januari 2023 inging.

We zijn ons ervan bewust dat deze wetgeving voor een bouwheer niet evident is. Voor meer informatie over werken aan beschermd onroerend erfgoed kan je bouwheren verwijzen naar de webpagina’s over werken uitvoeren. Bouwheren kunnen in bepaalde gevallen financiële ondersteuning aanvragen voor de geplande werken. Voor meer informatie kan je hen doorverwijzen naar de volgende webpagina’s.